REstart
Beschrijving doelgroep
Jaarlijks zitten veel leerplichtige leerlingen om diverse redenen thuis. Kinderen en jongeren vallen niet zomaar uit op school en komen niet zomaar thuis te zitten. Verschillende oorzaken liggen hieraan ten grondslag, zoals gedragskenmerken, sociaal-emotionele en/of psychische gezondheidsproblemen. Tegelijkertijd spelen er vaak problemen in de thuissituatie en/of op school. Thuiszitten is daarmee een complex probleem met veel impact op het leven van een jongere en het gezin waarin het opgroeit.
De jongeren hebben vaak onvoldoende zicht op hun eigen kunnen en vinden het lastig de reacties van hun omgeving goed te plaatsen. En dan komt ook de puberteit er nog eens bij. Wanneer jongeren in deze kwetsbare periode faalervaringen opdoen, kan dit leiden tot angst en uiteindelijke (gedeeltelijke) schoolweigering of een schoolfobie.
Door het thuiszitten missen de kinderen en jongeren een structurele dagbesteding, contacten met leeftijdsgenoten en lopen ze achterstanden op. Dit kan ertoe leiden dat het afronden van een opleiding niet gerealiseerd wordt, terwijl dit voor een groot deel bepalend is voor succes in het volwassen leven. Het ontbreken van een vaste dagindeling en weekstructuur kan leiden tot veel tijd om te piekeren en dit kan leiden tot in- en doorslaap problemen. Het verstoorde dag- en nacht ritme kan leiden tot een ritme dat niet goed aansluit bij het ritme van een gezin of bij het ritme van de school, wat terugkeer bemoeilijkt. Een veel gehoord probleem is het gamen tot diep in de nacht.
De REstart is ontwikkeld voor leerlingen met zorgelijk ziekteverzuim binnen regio Zeeland. Het gaat om jongeren die met internaliserende problemen kampen, bij wie (een ernstig vermoeden van) psychiatrische problematiek is en bij wie de schoolgang gestagneerd is. Ze zitten dus (grotendeels) thuis. De leerlingen zijn bekend bij het betreffende Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL). De REstart is voor leerlingen die minimaal vmbo-basisberoepsgerichte leerweg aankunnen.
Wat doet REstart?
REstart komt tegemoet aan de speciale ondersteuningsbehoeften van leerlingen door onderwijs met zorg te combineren. REstart helpt jongeren met:
- Reduceren van angst
- Vergroten van zelfvertrouwen en/of vertrouwen in een ander
- Vergroten van zelfkennis en weerbaarheid
- Inzicht geven in welke veranderingen de puberteit met zich meebrengt
- Inzicht geven in de eigen mogelijkheden en beperkingen
- Versterken van studievaardigheden zodat diplomagericht onderwijs of certificaatgericht onderwijs (weer)mogelijk is
- Het vinden van didactische aansluiting bij de klas waarnaar hij/zij zal doorstromen
Het doel is het vinden van een passende onderwijsplek, dit traject duurt maximaal één school/kalenderjaar. Blijkt in de loop van het REstart jaar dat een vervolgplek in het onderwijs (op dat moment) niet haalbaar is, dan wordt samen gezocht naar een alternatief. Dat kan een intensieve vorm van behandeling zijn, maar verschillende leerwerktrajecten zijn ook mogelijk.
Vaak is er al sprake van hulpverlening voor de leerling en/of het gezin. Als dit niet het geval is, of de huidige hulpverlening is niet langer passend, dan kan via de REstart een beroep worden gedaan op een systeemtherapeut en kind- en jeugdpsycholoog. Zij maken deel uit van het REstartteam; wekelijks is er overleg tussen de leerkrachten en dit ondersteunende (hulpverlenings)team. Als hun hulp wenselijk is, moet hiervoor een beschikking worden aangevraagd via de gemeente.
Hoe doet REstart dit?
Het traject start met een intakegesprek op school met alle betrokkenen. Het is een wederzijdse kennismaking. Ouders, de leerling zelf en eventueel betrokken hulpverlening schetsen een beeld van de voorgeschiedenis en de huidige situatie, inclusief hulpvraag. Vanuit het REstartteam wordt uitleg gegeven over het traject. Aan het eind van het intakegesprek worden afspraken gemaakt over de start op school.
De eerste zes weken zijn erop gericht dat de leerling zich veilig voelt bij de leerkracht en in de klassikale setting. Daarnaast wordt gewerkt aan weer wennen aan het schoolritme, focussen op schoolwerk, het eventueel herstellen van dag/nachtritme, etc. De leerling heeft regelmatig mentorgesprekken om te bespreken hoe het gaat, daarnaast belt de mentor ongeveer één keer per twee weken met ouders. We ronden deze fase af met een voortgangsoverleg, waarvoor alle betrokkenen weer worden uitgenodigd.
Daarna begint een cyclus van steeds een periode van 3 maanden. In deze perioden bouwt de leerling de aanwezigheid op school verder op, naar uiteindelijk 5 volledige lesdagen. Didactisch gezien wordt er toegewerkt naar het halen van een overgangsbewijs en/of het instromen in een reguliere (OdyZee) klas. Waar we in de eerste zes weken vooral leerlingvolgend werken, gaan we in de perioden daarna steeds meer richting planmatig werken. Dit is nodig om de overstap naar een reguliere klas t.z.t. te kunnen maken. Elke 3 maanden wordt afgesloten met een voortgangsoverleg; hierin wordt de achterliggende periode geëvalueerd en worden afspraken gemaakt voor de nieuwe periode.
Om de leerlingen goed te kunnen begeleiden zijn er elke ochtend twee leerkrachten en/of leerkrachtondersteuner aanwezig, dit geldt ook voor twee middagen per week. De klas bestaat uit maximaal 14 leerlingen, die ieder op eigen leerjaar/niveau werken. Voor elke leerling geldt een opbouwproces, waardoor in de praktijk vrijwel altijd minder dan 14 leerlingen aanwezig zijn. Er wordt gewerkt met een vast rooster, leerlingen zijn dus altijd gelijktijdig met eenzelfde vak bezig. Op het rooster staan ook vakken die de leerlingen gezamenlijk volgen, zoals koken, beeldende vorming, wandelen, etc. Door deze combinatie van vakken besteden we niet alleen aandacht aan didactische vaardigheden, maar juist ook aan groepsvorming, veiligheid, contact met leeftijdsgenoten en het ontwikkelen van sociaal emotionele vaardigheden.
De leerlingen krijgen een boekenpakket van OdyZee waaruit gewerkt wordt. Zeker in de beginperiode is er geen sprake van huiswerk. Als dit nodig/wenselijk is, kan dit later in het traject wel worden ingezet. De lessen worden begeleid door de leerkrachten van de REstart. Indien nodig kan er extra hulp worden ingeroepen van de vakdocenten die binnen het OdyZee College werkzaam zijn.
Procedure
Leerlingen worden via de verschillende samenwerkingsverbanden en/of RBL aangemeld voor de REstart. De Commissie voor de Begeleiding van het OdyZee College besluit vervolgens of een leerling daadwerkelijk in aanmerking komt voor de REstart. Als dit het geval is, wordt de leerling met zijn/haar ouders en eventueel betrokken hulpverlening uitgenodigd voor een intakegesprek.
Tijdens dit intakegesprek wordt er wederzijds kennisgemaakt en besloten om al dan niet te starten met het REstartproces. Als een leerling gaat starten, worden aanvullende afspraken gemaakt over dagen/dagdelen waarop de leerling start en over het leerjaar/niveau waarop gestart zal worden.
Er wordt een gesprekscyclus gehanteerd van een intakegesprek, voortgangsoverleg na 6 weken, daarna steeds na 3 maanden. Het traject wordt afgerond met een evaluatiegesprek, waarbij ook de nieuwe mentor aanwezig is (warme overdracht).
Leerlingen kunnen maximaal een jaar gebruik maken van de REstart. Indien nodig, én als er zicht is op doorstroom naar een reguliere (OdyZee)klas, kan dit traject verlengd worden voor een bepaalde periode. Langer deelnemen aan de REstart is niet mogelijk, omdat dit de ontwikkeling van leerlingen op de lange termijn niet ten goede komt en er weer plaats gemaakt moet worden voor nieuwe leerlingen.
REstart team
REstart team bestaat uit de volgende disciplines:
- 2 leerkrachten
- 1 leerkrachtondersteuner
- Gedragsdeskundige
- Systeemtherapeut
- Kind- en jeugdpsycholoog
Voorwaarden voor slagen van project REstart
Een belangrijke voorwaarde om dit project te laten slagen is dat er een gesloten netwerk van alle betrokkenen om de leerling heen is. Dit betekent dat iedereen dezelfde visie uitstraalt naar de leerling én dat het voor iedereen inclusief de leerling duidelijk is welke stappen er gezet gaan worden en met welk doel.
Wanneer er één schakel (zorg, ouders, school, leerling) zich hier niet in kan vinden, is overleg van belang om het traject vervolg te kunnen geven, dan wel af te ronden.